
007-legendes: alle James Bond-acteurs in chronologische volgorde op een rij
Sinds 1962 is James Bond hét voorbeeld van cool, charisma en gecontroleerde chaos. Maar laten we eerlijk zijn: geen enkele 007 is hetzelfde. De één drinkt zijn Martini alsof hij ermee geboren is, en de ander schittert weer in de gemakkelijke manier waarmee hij klappen uit zal delen. En sommige Bonds hebben een gladder praatje dan hun kapsel, terwijl anderen vooral indruk maken met hun bijzonder goede acteerkunsten. Tijd om alle Bond-acteurs op een rijtje te zetten!
Sean Connery (1962–1967, 1971 & 1983): De eerste (en misschien wel de beste?) James Bond
De allereerste in de rij met de acteurs die James Bond speelden, de OG, de man die het template zette: Sean Connery is voor velen dé James Bond. Gladjakker, hard als staal en met die kenmerkende Schotse accent die vrouwen deed smelten.
Sean Connery was niet zomaar een brave gentleman, maar een stoere vent met klasse. Hij had die nonchalante flair die je niet kunt aanleren: de eerste acteur dat een smoking aankan terwijl hij iemand knock-out slaat. Met films als Dr. No, From Russia With Love, Goldfinger, Thunderball en You Only Live Twice zette hij Bond direct op de kaart. Hij was charmant én gevaarlijk, precies zoals James Bond bedoeld is.
Na vijf films gooide Connery de handdoek in de ring, maar fans wilden meer. Dus kwam hij terug voor Diamonds Are Forever in 1971, en zelfs nog een keer buiten de officiële Bond-serie met Never Say Never Again in 1983. Ja, Connery was James Bond met hoofdletters. En eerlijk is eerlijk: hij blijft voor velen de enige échte 007.

George Lazenby (1969): 1 keer is scheepsrecht voor deze James Bond
De one hit wonder van de James Bond-franchise: George Lazenby was slechts één film te zien als 007 in On Her Majesty’s Secret Service. Maar wat voor film. Hij kreeg het voor elkaar om Bond een romantische kant te geven, inclusief huwelijk, iets wat tot dan toe totaal niet paste in de vertolkingen van de acteurs die voorheen James Bond speelden.
Lazenby was een Australisch ex-model zonder noemenswaardige acteerervaring, maar wist wel indruk te maken. Zijn Bond was kwetsbaarder, menselijker en eindigde met een klap in de ziel. Toch bleek één film genoeg. De rol kreeg hem zó snel groot dat hij zelf besloot ermee te stoppen. Gedurfd? Zeker. Slim? Voor zijn carrière wat minder.

Roger Moore (1973–1985): James Bond met humor
Waar Connery stoer en bruut was, ging Moore voor de gladde charme en droge humor. Deze James Bond was meer playboy dan huurmoordenaar, met altijd een grapje paraat, zelfs terwijl hij van een klif afgleed of aan een laser ontsnapte. Met maar liefst zeven Bond-films (in chronologische volgorde: Live and Let Die, The Man with the Golden Gun, The Spy Who Loved Me, Moonraker, For Your Eyes Only, Octopussy en A View to a Kill) op zijn naam is Moore dan ook de meest productieve 007.
Zijn Bond-films waren vaak wat over-the-top (Moonraker is een perfect voorbeeld), maar dat was juist het plezier. Roger Moore maakte van Bond een icoon van stijl en zelfspot. Niet altijd even realistisch, wel altijd enorm vermakelijk. De man wist hoe hij een wit pak moest dragen én ondertussen een haai moest ontwijken.

Timothy Dalton (1987–1989): No funny business
Na de grappen en grollen van Moore werd het tijd voor een hardere aanpak. Enter Timothy Dalton: serieus, intens en dicht bij het karakter uit de boeken. Deze Bond was serieus, professioneel en duidelijk minder geïnteresseerd in flirterige one liners.
Met The Living Daylights en Licence to Kill liet Dalton zien dat 007 ook duister en moreel ingewikkeld kon zijn. Hij was z’n tijd eigenlijk vooruit, pas later gingen mensen zijn interpretatie echt meer waarderen. Geen lachebekje dus, maar wel een man die je beter niet tegenkomt in een donkere steeg.

Pierce Brosnan (1995–2002): Herstel van vorm
De jaren 90 riepen om een nieuwe, stijlvolle acteur voor de rol van James Bond. Eentje met nét genoeg flair om dames te verleiden en terroristen omver te knallen, en Pierce Brosnan leverde. Zijn 007 was elegant, modern en dodelijk efficiënt, met GoldenEye als dé krachtige comeback voor de franchise, met films als Tomorrow Never Dies en The World Is Not Enough die volgde.
Brosnan wist klassieke charme te combineren met explosieve actie. Hij vocht met tanks, dook van dammen en maakte intussen gevatte opmerkingen. Zijn laatste film (Die Another Day) werd door velen als wat té over de top gezien, maar z’n hele run als James Bond blijft memorabel. Hij was de brug tussen het klassieke Bond-tijdperk en de rauwe reboots die zouden volgen.

Daniel Craig (2006–2021): Een rauwere Bond
Toen Daniel Craig aankondigde dat hij Bond ging spelen, waren de reacties nogal gemengd. “Een blonde James Bond? Serieus?” Maar zodra Casino Royale uitkwam, was het duidelijk: dit was een andere James Bond. Rauw, emotioneel, fysiek, een man met littekens, zowel op z’n lijf als in z’n hoofd.
Craig bracht een nieuwe dimensie in de rol. Zijn Bond maakte fouten, verloor mensen, had trauma’s. Maar hij was ook meedogenloos in actie en strakker dan ooit in pak. Met de films die volgde op zijn eerste spektakelstuk (van Quantum of Solace naar het briljante Skyfall, en van Spectre tot het afsluitende No Time To Die) heeft hij, als de langst zittende, James Bond een compleet nieuw gezicht gegeven. En misschien wel het meest menselijke ooit.

En de volgende?
Nu Craig z’n smoking definitief heeft opgehangen, is de grote vraag: wie wordt de volgende in de rij met acteurs die Jams Bond speelden? Wordt het een frisse naam? Een Amerikaanse Bond? Iemand totaal anders? Of misschien toch een bekende kop met onverwachte charme? Één ding is zeker: James Bond leeft nog lang. En zolang er Martini’s zijn en Aston Martins starten in de actie, blijven we kijken.