Dave Roelvink reed ooit een peperdure wagen van een andere BN’er in de prak
Dave Roelvink kreeg ooit de sleutels van een peperdure Lamborghini Huracán in zijn handen gedrukt, en dat liep allesbehalve goed af. De wagen was niet van hemzelf, maar van niemand minder dan Mobicep, de succesvolle ondernemer met een voorliefde voor peperdure bolides. Maar vandaag de dag denkt hij vast wat langer na voordat hij z’n wagen nog eens uit handen geeft.
Dave Roelvink reed ooit de Lamborghini van Mobicep aan gort
Welke vent zou nee zeggen tegen een ritje in een Lamborghini? Precies, niemand. Dave ook niet. De Huracán is een brute machine met 610 pk uit een atmosferische 5.2-liter V10 en vierwielaandrijving. Een beest dat niet bedoeld is om rustig mee naar de supermarkt te tuffen. Toen Dave achter het stuur kroop, was de verleiding groot om dat gaspedaal wat dieper in te trappen. Maar dat liep niet helemaal zoals hij gedacht had: hij verloor de macht over het stuur en parkeerde de Lambo frontaal in de prak.
Lees ook: Beelden: Belgische influencer rijdt véél te hard, krijgt 17,5 jaar rijverbod
De voorkant van de auto? Total loss. Dave zelf? Wonder boven wonder kwam hij er zonder noemenswaardige verwondingen vanaf. De airbags deden hun werk en er waren gelukkig geen andere weggebruikers betrokken bij de crash.
De reactie van Mobicep
Maar hoe reageerde de eigenaar van de peperdure bolide eigenlijk? Mobicep bleef opvallend kalm. Natuurlijk was het slikken om zijn trots in puin te zien liggen, maar hij liet meteen weten dat de auto slechts materie was. Zijn boodschap was duidelijk: een Lamborghini kun je vervangen, Dave niet.
Uiteindelijk bleef het bij blikschade en een flinke deuk in de trots, maar het verhaal leeft nog steeds voort als hét supercar-incident van Dave Roelvink. En eerlijk is eerlijk: liefde voor dure wagens zit duidelijk in de familie. Want waar Dave ooit de Lambo van een ander aan gort reed, geniet vader Dries tegenwoordig zelf van een beestachtige bolide. Benieuwd? Lees ook: De beestachtige auto van ‘verfijnd wijnproever’ Dries Roelvink