Zelfs vergeleken met juni zijn de prijzen nog iets omhoog gegaan (+0,7%). CBS noemt het “afvlakken”, maar ja, het blijft een stijging. Komt waarschijnlijk doordat beleggers hun huurhokken dumpen en particulieren er massaal op springen. Dus “meer keuze”, maar nog steeds de jackpot betalen.

Meer gekken in de race

En toch gaan de verkopen omhoog. In juli gingen er ruim 21.000 woningen van de hand, 14% meer dan vorig jaar. Hoe dan? Nou, lonen gingen wat omhoog, hypotheekrentes wat omlaag, en ineens kan iedereen weer nét een ton meer lenen. Gevolg: complete overbied-feestjes op elk huis met een fatsoenlijke keuken.

Record na record (want waarom niet?)

Sinds 2014 stijgen de prijzen eigenlijk alleen maar, op een korte dip in 2022 na. Inmiddels zitten we alweer 13,5% bóven het oude record. Dus als je dacht: “ik wacht wel tot het goedkoper wordt”… spoiler: het wordt alleen maar duurder.

Het aanbod blijft belabberd

De echte boosdoener? Veel te weinig huizen. Iedereen wil kopen, niemand kan, en ondertussen wordt huren ook steeds onbetaalbaarder. De overheid roept al jaren dat er 100.000 nieuwe woningen per jaar bij moeten komen. Maar ja: vergunningen blijven achter, bouwbedrijven hebben geen personeel en ons stroomnet ligt inmiddels ook op z’n rug.

Dus zelfs al zou iemand wíllen bouwen, dan is er vaak geen aansluiting mogelijk op het elektriciteitsnet. Lekker vooruitzicht.

Kortom: welkom op de woningmarkt

Alles bij elkaar: stijgende prijzen, te weinig aanbod en een overheid die vooral plannen maakt op papier. Dus tenzij je ouders een villa in de verkoop gooien of je plots een crypto-whale blijkt te zijn, mag je voorlopig blij zijn met je 50 m² in een buitenwijk… mét uitzicht op het bouwproject dat nooit afkomt.

▼ scroll verder ▼

Lees ook: