Horror op de huizenmarkt: je hebt een eigen vermogen van € 91.073,- nodig om je eerste huis te kopen

Bijna een ton aan inkomen nodig voor het kopen van je eerste huis

Vorig jaar werd bekend dat een huis gemiddeld zo’n 452.000 euro kost. Volgens databedrijf Calcasa, dat hypotheken berekent, is er volgens de nieuwe leennormen een jaarinkomen van 95.000 euro nodig om een huis te kunnen kopen. Zelfs twee modale inkomens van 44.000 euro zijn niet meer voldoende, laat staan als je alleen woont.

Starters die wat lager instappen – zij het noodgedwongen – hebben alsnog een jaarsalaris van 80.000 euro nodig om bijvoorbeeld een appartement te kunnen kopen. Woon je alleen, dan heb je al snel het nakijken. Directeur van Calcasa, Thijs Pellemans, zegt daarover het volgende: “We weten dat de prijzen de afgelopen tien jaar hard zijn gestegen, maar als je dat concreet maakt naar inkomensbedragen, dan schrik je wel.” Een huis kopen wordt alsmaar lastiger.

Eerste huis kopen? Ruim 91.000 euro aan eigen vermogen nodig

De verwachtingen voor dit jaar waren al weinig hoopgevend. ING voorspelde een stijging van 5 à 8 procent in de huizenprijzen in 2025. Daarnaast blijft de nieuwbouwproductie flink achter op de doelstellingen die het kabinet had afgesproken met de sector, zodat het woningtekort zou afnemen. Dat is nu niet het geval.

Uit nieuwe cijfers van Munt Hypotheken blijkt dat je vandaag de dag niet alleen een astronomisch jaarsalaris nodig hebt, maar ook nog eens een flinke spaarpot. Volgens het bedrijf is de gemiddelde inbreng van starters sinds 2017 verdrievoudigd. Acht jaar geleden werd er gemiddeld nog 34.805 euro aan eigen vermogen meegenomen, nu is dat een verbazingwekkende 91.073 euro. Mocht je eraan denken om je eerste huis te kopen, dan kun je maar beter al je spaargeld meenemen – want het is nodig.

Kloof tussen starters met en zonder vermogen neemt toe

Niet alle starters beschikken over een eigen vermogen. Het verschil tussen hen wordt steeds groter. “De kloof tussen starters mét en zonder vermogen neemt sterk toe”, merkt Menno Luiten, directeur van Munt Hypotheken, op. Hoe mensen aan dat geld komen, weet hij niet precies. Er wordt geen enquête gehouden naar de herkomst ervan. Luiten vermoedt dat het uit spaargeld komt, een schenking van ouders of familie, of een combinatie van beide.

Het traditionele beeld van starters is volgens hem achterhaald. “De starter zoals we die graag zien – een stel van begin twintig met een golden retriever – dat is niet meer de starter van vandaag de dag. De gemiddelde starter is inmiddels in de dertig en heeft misschien al tien jaar gewerkt. Die heeft echt wel wat spaargeld,” zegt Luiten. Tegelijkertijd erkent hij dat 90.000 euro aan spaargeld zelfs voor deze groep een enorm bedrag is. Dus, wil je een huis kopen? Zorg ervoor dat je goed verdient en neem je spaarvarken maar mee.